Dutch Lesson

[QUOTE]About Persons

Words
English - Dutch

girl – meid, meisje (last form is used more often, but both are correct)
girls – meiden, meisjes
boy – jongen (or jongeman, which is more formal)
boys - jongens
man – man
men – mannen
woman – vrouw
women – vrouwen
child – kind
children - kinderen
teenager – tiener
teenagers – tieners
teenage – tiener- (adjective, …- means something follows)
adult – volwassene, volwassen (first is noun, second is adjective/adverb)
adults - volwassenen
human – mens, menselijk (first is noun, second adjective/adverb)
humans - mensen
male – man, mannelijk (first is noun, second adjective/adverb)
female – vrouw, vrouwelijk (same as above)
gender - geslacht

Sentences/Phrases

A young female is a girl – Een jonge vrouw is een meisje
A young male is a boy – Een jonge man is een jongen
That teenage girl isn’t a child! – Dat tienermeisje is geen kind!
That teenage boy isn’t an adult! – Die tienerjongen is geen volwassene
These boys are teenagers – Deze jongens zijn tieners
Both girls and women are of the female gender – Zowel meisjes als vrouwen zijn van het vrouwelijke geslacht
Both boys and men are of the male gender – Zowel jongens als mannen zijn van het mannelijke geslacht
Both men and women are human – Zowel mannen als vrouwen zijn menselijk
Both men and women are humans – Zowel mannen als vrouwen zijn mensen [/QUOTE]

[SIZE="3"][COLOR="DarkGreen"]Awesome! I'm getting some words! :)[/COLOR][/SIZE]